Hurling vindt zijn oorsprong in het Gaelic Ierland. De spelers gebruiken houten stokken, hurlies genaamd, om ballen (sliotars) tussen de doelpalen van het andere team te slaan. Een punt wordt verdiend als de sliotar over de dwarslat gaat. Drie punten worden behaald wanneer het landt in een net dat wordt bewaakt door een keeper.
Sliotars kunnen door de speler worden gedragen, maar slechts voor vier of minder stappen. Als spelers de bal langer willen vasthouden, moeten ze de bal stuiteren of balanceren op het einde van hun hurley. Ze kunnen ook worden geraakt terwijl ze in de lucht of op de grond zijn. Passen op korte afstand met open handen is een veelgebruikte tactiek.
Elk team bestaat uit 15 personen. In elke wedstrijd zijn vijf subs toegestaan. Er zijn tal van redenen waarom een speler een technische fout kan krijgen. Dit komt door de vele regels die momenteel gelden. Fysiek contact tussen tegenstanders is toegestaan, maar er moeten strikte regels worden gevolgd. De persoon die aan het opladen is, moet ten minste één van zijn voeten op de grond hebben. Contact neemt de vorm aan van een schouder aan schouder lading.
Verwondingen kunnen ontstaan doordat beschermende lichaamsvulling over het algemeen niet wordt gedragen. Sinds 2010 zijn helmen met gezichtsbeschermers verplicht in de meeste hurling-competities. De regels worden gedicteerd door de Gaelic Athletic Association. Ondanks dat ze worden geassocieerd met Ierland, komen professionele teams van over de hele wereld. Bekende namen in de sport komen uit Noord-Amerika, Zuid-Korea, Australië en Zuid-Afrika.